top of page

#2 Een beschermde bloem


Mijn ogen gesloten. Spieren gespannen. 'Tanden op elkaar, Anne' zei ik tegen mezelf. Nee, juist open! Ik lag bij de kaakchirurg. Machteloos. Met een tong half verlamd en 300 tangen in mijn mond. Oke, dat was overdreven maar nu snap je wel hoe ik me voelde.

Het was dat moment dat psalm 103:15 en 16 in mijn hoofd kwam. "De mens- zijn dagen zijn als het gras, hij is als een bloem die bloeit op het veld en verdwijnt zodra de wind hem verzengt; de plek waar hij stond kent hem niet meer."

Deze psalm is door David geschreven. Hij roept iedereen, zelfs de engelen, op om de Here te loven. Dat is niet te zien in vers 15, zou je zeggen. Maar toch wel! Psalm 103 kan je opdelen in meerdere delen. Het vijfde deel is de verzen 15-18 en dat deel wordt 'Gods trouw' genoemd. Ja, want juist in mijn zwakheid wordt Gods trouw zichtbaar. Lees vers 17 maar. Ondanks dat wij zo snel vergaan (in de tandartsstoel) blijft God ons trouw.

Soms zijn er dagen in je leven waarop je alles lijkt te verliezen. En dan bedoel ik niet een verstandskies maar belangrijkere zaken. Zoals vrienden, een familielid of je gezondheid. Misschien heb je soms wel het gevoel dat je jezelf verliest door drukte en stress.

Toch is er Iemand die jou nooit zal verliezen. Hij is een steenrots, een houvast en een veilig onderkomen in de storm. Wij vergaan maar God niet! "De Heer- Zijn troon staat vast in de hemel, als koning heerst Hij over alles."

Vertrouw op Hem. Hij kent ons door en door. Hij weet wie we zijn en wat we nodig hebben. "WANT Hij weet waarvan wij gemaakt zijn, Hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd." En dat WANT slaat op het vers daarvoor. "Zo liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, zo liefdevol is de Heer voor wie Hem vrezen."

God weet dat je vergankelijk bent en daarom houdt Hij je vast. Je bent een beschermde bloem!

“Moge de HEER u zegenen en u beschermen,

moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn,

moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven."

Groetjes, Anne

bottom of page